Pneumokokken

Pneumokokken zijn bacteriën, waarvan kinderen, ouderen en mensen met een afweerstoornis erg ziek kunnen worden. Een vaccinatie beschermt. LET OP: de arts van de GGD is degene die altijd de indicatie stelt. Dat kan ook betekenen dat de vaccinatie NIET wordt gegeven.
Header illustratie

Pneumokokken zijn bacteriën die vervelende infecties, zoals longontsteking, kunnen veroorzaken. Vooral kinderen en ouderen kunnen ernstig ziek worden door pneumokokken. Mensen zonder milt hebben het grootste risico op ziekenhuisopname bij een infectie met pneumokokken.

Ben je 60 jaar of ouder? Of heb je een verhoogd risico, zoals (functionele) asplenie of sikkelcelziekte? Dan zal de huisarts je  oproepen voor een vaccinatie. Dat gaat stapsgewijs en tot de leeftijd van 79 jaar.

Hoe krijg ik een infectie met  pneumokokken ?

Veel mensen zijn drager van pneumokokken. De bacteriën kunnen tijdelijk in de neus of keel zitten. Vooral kinderen hebben vaak pneumokokken bij zich. Iemand die dat heeft, wordt hier zelf meestal niet  ziek van. Wel kan die persoon de bacterie overbrengen naar anderen. Besmetting vindt plaats via de lucht (hoesten, niezen, zingen of schreeuwen) of via direct contact, zoals zoenen. Maar een klein deel van de mensen die de bacterie bij zich heeft, wordt ziek.

Hoe bescherm ik mezelf tegen pneumokokken?

Er zijn verschillende vaccins op de markt:

  1. Prevenar13, een vaccin dat beschermt tegen 13 typen pneumokokken.
  2. Pneumovax23. Dit vaccin beschermt tegen 23 typen pneumokokken. Er moet minimaal twee maanden zitten tussen Prevenar13 en Pneumovax23.

Als je een verhoogd risico hebt door een ziekte, is het beter om eerst met Prevenar13 te vaccineren en daarna Pneumovax23. Voor gezonde volwassenen is alleen Pneumovax23 voldoende.

Pneumokokken kunnen bijvoorbeeld oorontsteking en longontsteking veroorzaken. In enkele gevallen krijgt iemand een bloedvergiftiging of hersenvliesontsteking. Mensen met een ernstige infectie worden opgenomen in het ziekenhuis. Ieder jaar worden ongeveer 6.000 mensen van 60 jaar en ouder opgenomen met een ernstige pneumokokkenziekte. Hiervan overlijden 900 mensen.

Iedereen tussen de 60 en 79 jaar krijgt een oproep van de huisarts. Dit gaat stapsgewijs. In het najaar van 2023 zijn mensen geboren van 1-1-1957 tot en met 31-12-1960 aan de beurt.

  • Ben je 80 jaar of ouder? Dan wordt de prik niet meer gegeven, omdat het afweersysteem minder antistoffen aanmaakt en de vaccinatie dus minder goed werkt.
  • Ben je jonger dan 60? Dan kun je gevaccineerd worden als je tot één van de risicogroepen behoort, zie uitklapscherm hieronder. Behoor je niet tot een risicogroep én niet tot de leeftijdsgroep voor vaccinatie, dan kun je tegen betaling toch gevaccineerd worden bij de GGD.

Geen milt of milt werkt niet goed

Voor mensen zonder milt is de vaccinatie zonder meer aan te raden. Je krijgt twee verschillende vaccins van je behandelaar, met een tussentijd van 2 maanden. Het 2e vaccin, pneumovax23, moet elke 5 jaar herhaald worden. Heb je geen milt en ben je nog niet gevaccineerd? Bespreek het met je huisarts of je GGD.

Chemotherapie

Krijg je chemotherapie? Overleg dan met je behandelend arts of het nu het goede moment is voor de pneumokokkenvaccinatie. De vaccinatie kan geen kwaad tijdens de chemotherapie, maar kan minder goed werken. Soms is het beter om te wachten tot de chemotherapie klaar is.

Transplantatie

Heb je een orgaantransplantatie gehad? Dan gebruik je medicijnen die je afweer onderdrukken. Je krijgt twee verschillende vaccins tegen pneumokokken van je behandelaar, met een tussentijd van 2 maanden. Het 2e vaccin, pneumovax23, moet elke 5 jaar herhaald worden. Heb je een transplantatie gehad en ben je nog niet gevaccineerd? Bespreek het met je huisarts of je GGD. Alleen als je afweer weer helemaal normaal is, zoals na een beenmergtransplantatie, is het niet meer nodig om te vaccineren.

Auto-immuunziekten

Auto-immuunziekten,  zoals reuma, psoriasis, colitis of de ziekte van Crohn, worden vaak behandeld met medicijnen die de afweer remmen (immunosuppressiva). Daardoor komen de chronische ontstekingsreacties, die de klachten veroorzaken, tot rust. Echter, deze medicijnen maken je ook gevoeliger voor infecties met pneumokokken. Daarom is het belangrijk je te laten vaccineren. Je krijgt twee verschillende vaccins tegen pneumokokken, met een tussentijd van 2 maanden. Het 2e vaccin, pneumovax23, moet elke 5 jaar herhaald worden.

Personen met longschade na COVID-19 infectie (tijdelijk toegevoegd bij LCI richtlijn)

Heb je blijvende longschade na COVID-19? Je longarts bepaalt of je een vaccinatie tegen pneumokokken krijgt. Krijg je deze niet via de longarts, dan kun je deze tegen betaling bij je GGD aanvragen.

Personen met een cochleair implantaat of liquorlekkage

Je hebt een verhoogd risico op een infectie van de hersenen met pneumokokken. Je krijgt je vaccinatie via je specialist.

Overige afweerstoornissen, waaronder:

  • aangeboren immuundeficiëntie (zoals SCID, CVID, hypogammaglobulinemie, complementstoornissen,);
  • HIV.

Je hebt een verhoogd risico op een infectie met pneumokokken. Je krijgt je vaccinaties van je specialist.

Overleg ook altijd met je specialist over de vaccinatie. Jouw specialist kan bepalen wat het beste moment is om te vaccineren tijdens je behandeling(en). De vaccinaties worden (deels) vergoed als je tot een risicogroep hoort.

  • Prevenar13 geeft een langdurige basisbescherming en hoeft niet herhaald te worden.
  • Pneumovax23 werkt 5 jaar, dus wordt elke 5 jaar herhaald.

Kijk in de tarievenlijst bij de GGD van jouw keuze wat de pneumokokkenvaccinatie kost.

 

 

Infographic Pneumokokkenvaccinatie - bron RIVM